actueel

Zomer-oogst & najaar-start

Einde zomer maak ik altijd de stand op. Wat publicaties betreft ben ik het meest enthousiast over drie nieuwe producties.

  • Allereerst is er de videolezing over veranderkracht net voor de zomer. Het is een reflectie op het kernbegrip in allerlei veranderingen op dit moment, niet in het minst de 3D-transities. Eigen (verander)kracht is een begrip dat potentieel waardevol is, maar waar je makkelijk op uit kan glijden en het tegenovergestelde kan bereiken. De lezing probeert daar houvast in te geven. In een interview zeg ik daar in een paar woorden wat over. De stap naar lezingen op video naast artikelen bevalt me: het is leuk hoe ze een eigen leven gaan leiden en gebruikt worden. Ik doe het dus vaker, waaronder ook een recente videolezing over het vormgeven van verandertrajecten. Voor het huidige overzicht van de multimedia publicaties klik je hier.
  • Ook ben ik blij dat na een paar jaar ik met Joost Kampen op papier heb gekregen wat nou onderzoekend veranderen inhoudt bij weerbarstige vraagstukken. Interessant bleek uit het vergelijken van ons onderzoek naar het vernieuwen rond complexe vraagstukken (van mij) en het helpen van verwaarloosde organisaties (van Joost) dat er veel overeenstemming was. En dat merkten we ook toen we een klein jaar samen mee aan de slag gingen in de praktijk. Maar de verschillen waar ook ferm: zo is Joost steeds aan het normaliseren en ik aan het ontregelen, werkt hij met de lijn en ik er juist dwars door heen. Afijn, het verhaal is gerijpt en je kan het artikel lezen dat in Holland Management Review staat.
  • De derde productie is met Danielle Zandee samen. We zijn steeds meer overtuigd dat belangrijke vernieuwing vaak  in ‘micro-practices’ plaats vinden -midden in de primaire processen van organisaties. Dus tijdens en binnen de werkprocessen waarmee organisaties waarde scheppen richting de buitenwereld. Dat zien we in onderwijs, in zorg, in diensten. Op allerlei plekken. Vervolgens zien we dat er spanningen ontstaan tussen deze lokale praktijken en de institutionele omgeving die vaak terugduwt. Want de normen over hoe het gebruikelijk is om te handelen sluiten niet zomaar aan met de vernieuwing die ontstaat door daar juist van af te wijken. Deze tegenstellingen worden het sterkst gevoeld in die ‘micro-practices’: die lopen er namelijk als eerste tegenaan. Wat we vervolgens zien is dat taal een belangrijk rol kan spelen om bruggen te slaan, om de contradicties niet weg te poetsen maar te gebruiken voor vernieuwing: ‘textual agency’. Het is een derde puzzelstukje dat helpt om vernieuwing niet te laten doodbloeden of tegen muren te laten lopen maar verder te spreiden. Er is veel spannend aan dit verhaal. Allereerst dat het een perspectief is dat vernieuwing mogelijk maakt op vele plekken. Dat geeft de burger moed. Maar ook is spannend dat de ideeën zich tussen verschillende wetenschapsdomeinen bevinden. Het ontwikkelen van nieuwe micro-praktijken past mooi in de wereld van organisatieontwikkelaars (OD), de wereld van institutionele theorie wordt weer bevolkt met andere wetenschappers en dan heb je nog de wereld van ‘organizational discourse’ die zich druk maakt over de rol van taal. Zoals vaker is iets vernieuwends wellicht weer te vinden tussen werelden. We spraken er op het recente Academy of Management Congres in Philadelphia over samen met Cliff Oswick en Bob Marshak. Dat viel in goede aarde. En we maakten een eerste artikel voor de Biannual International Conference on Organizational Discourse. Maar die is nog niet mooi genoeg om te delen. Dus even geduld. Maar het komt eraan.

Op naar het najaar. Er zit van alles in de pen. Een paar highlights:

  • Al jaren zit het denken over paradoxen in de lift. In allerlei vormen. Soms gaat het over contradicties als bron van vernieuwing. Soms over ‘ambidexterous organizations’, dan weer over het belang van gelaagde en parallelle processen in organisaties die losjes gekoppeld zijn. Afgelopen Academy of Management Conference waar ruim zo’n 10.000 wetenschappers bijeenkomen was het opvallend hoeveel hierover ging. De een na de ander. Ik ben nu een maand bezig geweest veel bijeen te rapen van die publicaties en ideeën. Dat gaat zijn weg vinden naar lezingen komende maand. Maar wellicht meer dan dat…
  • Sinds dit voorjaar zit ik ook na jaren weer intensief met Léon de Caluwé  te schrijven. Het begon met de ambitie om in een aantal engelse wetenschappelijke artikelen terug te kijken op 20 jaar kleurendenken. Dat lijken nu 3 artikelen te gaan worden. Daarnaast willen we de vergaarde inzichten gebruiken om van het handboek ‘Leren Veranderen‘ een nieuwe (derde) editie uit te brengen, inclusief multimedialinks. En tot slot zijn Gertjan de Groot en Hanna Boersema-Vermeer bezig om een werkboek ‘Werken met Leren Veranderen’ uit te brengen na al twee jaar met een website materiaal verzameld te hebben – ook van Léon en mij overigens. En dan hebben we nog wat videolezingen in gedachten eromomheen. Allemaal een tikje (te?) ambitieus. Met een beetje mazzel komt veel ervan echter tot vrucht tegen de tijd dat Léon zijn emeritaatslezing geeft bij de Vrije Universiteit waar hij op 29 mei als professor met pensioen gaat. Waar iedereen trouwens welkom is (reserveer in je agenda!) We zullen zien.
  • Wat er verder komt is voor mij ook een verrassing. Ik stap terug uit de ACM opleiding bij Sioo en zal daar nog maar een hele bescheiden rol spelen. Dat maakt veel tijd vrij die ik van zins ben om aan wetenschappelijk onderzoek te besteden. Tijd voor vernieuwing. De zoekrichting is wel helder als je kijkt naar waar ik de laatste jaren me druk over maak. Maar wat het exact wordt, met wie en waar? Ben benieuwd….

Tot slot..inspiratie is er volop en rondom. Twee recente voorbeelden in en rond het verandervak.

Binnen het vak vond ik de optelsom van de vernieuwingen in Amsterdam-West mooi. Daar is nu heel wat over opgeschreven: Opvallend Dichtbij I, Opvallend Dichtbij II, de reflectie van NSOB op het proces en een site ‘Het Nieuwe Tussen’ eromheen. Allemaal inspirerend materiaal dat smaakt naar meer. En dat principes heeft die breed toepasbaar zijn.

Rond het vak werd ik erg vrolijk van de documentaire ‘Searching for Sugarman’. Het verhaal van een vergeten zanger in de VS. Die een stevige rol speelde in de populaire cultuur in Zuid Afrika in de weg naar het einde van de apartheid zonder het te weten. Na decennia komen een paar mensen in Zuid Afrika erachter dat Rodriquez nog leeft ondanks de mythe dat hij zelfmoord pleegde. En weten ze hem met moeite te vinden en naar Zuid Afrika te brengen. De reactie van Rodriquez en zijn muziek zijn beiden inspirerend. Over de liefde voor mooi werk in plaats van de vruchten ervan. En meer. De documentaire staat als geheel zomaar op youtube. Dus een buitenkans.