Interactief werken met causale diagrammen.
In: J. Boonstra, L. de Caluwé. Interveniëren en veranderen. Zoeken naar betekenis - Kluwer, 2006
Causale diagrammen kunnen helpen om effectief om te gaan met complexe vraagstukken. Er is tot de jaren zeventig vooral geschreven over de techniek van dat soort diagrammen. Inmiddels is helder dat participatie van betrokkenen bij het maken en toepassen van dit soort diagrammen nodig is om effectief te zijn en krijgt het interactief werken ermee ook aandacht.
Je leert namelijk minder van het lezen dan van het maken van een causaal diagram. En ook toepassing van verworven inzichten of versnelling van besluitvorming verlangen interactief werken met diagrammen. Dat impliceert dat veranderaars niet alleen diagrammen moeten kunnen maken, maar ook de participatie van betrokkenen daaromheen moeten ontwerpen en faciliteren.
Dat kan op heel verschillende manieren. Dit hangt af voor welke doelen je de diagrammen inzet en hoe je die vertaalt naar de fasen van diagramvorming en -toepassing. Bij taaie vraagstukken spelen bovendien interventieparadoxen een belangrijke rol. In dit artikel worden enkele denkkaders geïntroduceerd die veranderaars helpen bij het maken van keuzes in de procesvoering. Met casuïstiek worden uiteenlopende manieren van werken geïllustreerd. De hoop is dat het artikel kan bijdragen aan een breder gebruik van causale diagrammen waardoor systeemdenken – naast een populair idee – vooral een ambacht wordt in organisaties.
Het artikel is complementair aan een ander artikel dat vooral ingaat op de techniek van het maken van een causal diagram. Een kort en bondage samenvoeging van beide artikelen is beschikbaar in het engels.
Het hoofdstuk maakt deel uit van het boek ‘interveniëren en veranderen’. Het boek geeft een overzicht van de nieuwste interventies die gericht zijn op betekenis geven en interactie. Al deze interventies stammen uit een sociaalinterpretatief perspectief, waarin mensen met elkaar situaties duiden, visies en betekenis ontwikkelen, tot actie en handelen komen en zo vernieuwingen tot stand brengen. De kern van het boek bestaat uit achttien concrete interventiebeschrijvingen. In deze beschrijvingen wordt ingegaan op de achtergronden van deze interventies, de werkzaamheid, de condities waaronder ze werken en de ervaringen die zijn opgedaan. Het boek wordt afgesloten met een kritische reflectie op deze methodieken: waar staan we? En een vooruitblik naar nieuwe experimenten en uitdagingen.