Omgaan met paradoxen
In: M. Ruijters, R. Schut & R.J. Simons. Canon van leren en ontwikkelen (2ed) – Boom, 2020
Paradoxaal werken zit in het hart van organiseren, veranderen en leren. We lopen er dagelijks tegenaan. Het zit als een rode draad in eerdere publicaties van me over taaie vraagstukken, systemisch kijken en kleurendenken. Maar hoe werkt dat nou precies? En welke mensen hebben er de afgelopen 25 jaar nou vooral zinnig dingen over onderzocht en beschreven?
In mijn ogen zijn dat Marianne Lewis en Wendy Smith. Zij zitten in het hart van een brede gemeenschap van onderzoekers die proberen meer scherpte te brengen in wat nou precies paradoxaal werken in houdt. Dat is belangrijk want als het bij een simplistisch label blijft (‘ja, dat is een paradox, he?’) dan heb je er weinig aan.
De bijgaande tekst is geschreven als samenvatting van hun publicaties en denken over dat onderwerp gedurende de afgelopen 25 jaar. Kort en bondig, maar ook met referenties voor wie zich nader wil verdiepen.
De tekst is een hoofdstuk in de 2e editie van het ‘Canon van leren en ontwikkelen’ onder redactie van Manon Ruijters, Robert Jan Simons en Rika Schut. Daar komen 50 hoofdstukken in met allerlei concepten die belangrijk zijn bij leren en ontwikkelen. Dat is fijn, want over zo’n onderwerp is het best lastig om overzicht te krijgen. En in de bundel gaan de auteurs terug naar grondleggers om uit de doeken te doen wat hun concept inhoudt en wat je ermee kan. En dat kort en bondig.
De vorige editie zag het licht in 2012 en in de nieuwe editie is ruimte gemaakt voor concepten (zoals deze) die gemist werden, maar daarmee sneuvelden dan ook weer hoofdstukken uit de eerdere editie. De canon behoudt daarmee een ‘top 50’ streven. Mijn eigen eerdere bijdrage over ‘macht en leren’ (in de ogen van ‘Coopey’) gaat het boek uit en komt op de canon-site als extra naslag terecht straks. Maar voor wie die graag wil lezen, je kan hem via deze link vinden.